navigation-menu
Nieuws & Updates

In Nederland komen artsen en specialisten online samen. In België is het nog niet zover.

Lees meer over Prisma

In Nederland neemt het digitale meedenkconsult een grote vlucht. Vooral sinds de corona-pandemie is de noodzaak voor huisartsen en medisch specialisten om snel te schakelen gegroeid. Er zijn zowel vanuit de overheid als vanuit de zorg initiatieven gestart om medici te helpen bij het opschalen van zorg zonder dat dit kwaliteitsverlies met zich meebrengt. In België is het nog niet zo ver. Waar wringt de schoen? Belgische Huisarts Anthony Dheere en Nederlands Orthopeed Paul Koning leggen het uit.

Weliswaar zijn er onlangs door de Belgische Orde der Artsen uitzonderingen vastgelegd waarbinnen e‑consultatie toegestaan is, maar als een structurele oplossing wordt het nog niet gezien. Een van de problemen ligt in de inrichting van de zorg. Zo fungeert de huisarts in Nederland als poortwachter voor de specialistische zorg: zonder verwijzing van een huisarts kan de patiënt niet naar het ziekenhuis of de specialist (noodgevallen daargelaten).

Niet spoed-eisende hulp
Nederlandse zorgverzekeraars hebben er daarom baat bij om niet-spoedeisende vragen of twijfelgevallen via e‑consultaties tussen huisartsen en specialisten af te laten handelen. Hiervoor is een aantal platforms of digitale netwerken beschikbaar. Eén daarvan is Prisma, onderdeel van messenger-app Siilo. Siilo wordt in België al wel breed toegepast. Voor het meedenkconsult Prisma ligt het wat betreft regelgeving en adaptatie lastiger. Paul Koning, die zelf orthopeed is en in die hoedanigheid weet van communicatieproblemen tussen eerste- en tweedelijnszorg, zette het multidisciplinaire medium in 2019 op.

Prisma dient vooral om twijfelgevallen en niet-spoedeisende zorgvragen af te handelen zodat de druk op het systeem afneemt,’ legt hij uit. Een huisarts heeft bijvoorbeeld een patiënt met een huidprobleem waar hij op dat moment geen parate kennis over heeft. Door een foto van het probleemgebied met geanonimiseerde patiëntgegevens zoals sexe, leeftijd en comorbiditeit te delen, kunnen specialisten in de Prisma groep meekijken en adviezen geven. 

Meerdere specialisten
Doorgaans is het niet één specialist die reageert en krijgt de huisarts een advies door meerdere specialisten bevestigd. Het mooie is dat er vaak snel overeenstemming is. Dat komt door de groeiende kwaliteit van het beeldmateriaal, maar ook door de enorme ervaring en deskundigheid in de groep. Soms volgt er overleg of wordt er om meer informatie gevraagd. En ook als er mogelijk wél iets ernstigs aan de hand is, zijn de specialisten het vrijwel altijd eens dat de patiënt doorverwezen moet worden. Dat biedt vertrouwen. Wat in de praktijk werkt, werkt in de digitale omgeving dus exact hetzelfde.’

Doktor Amazon
Sinds 2020 heeft Paul Koning contact met huisarts Anthony Dheere. Dheere voert praktijk in Zele en hij ontdekte het Nederlandse Prisma via Siilo. Hoewel de patiënt in België wél direct toegang heeft tot een specialist, zie ik zeker meerwaarde in het multidisciplinaire meedenkconsult,’ vertelt hij. Er zijn veel patiënten die wachten op specialistische hulp en door de corona-pandemie zijn de wachtlijsten alleen maar langer geworden. Een deel van die patiënten kan prima geholpen worden door huisartsen, zij het natuurlijk onder advies van een groep specialisten. Als we niet op structurele en eenvoudige wijze in die discrepantie tussen zorgvraag en aanbod springen, vrees ik dat dokter Facebook of dokter Amazon er straks mee aan de haal gaat. Probeer dan maar eens toezicht te houden.’

Anthony Dheere startte binnen Siilo een eigen netwerk. Eén voor dermatologische casussen en een tweede voor klachten aan het bewegingsapparaat. De groep dermatologie is daarvan de meest actieve, al delen we er in verhouding tot Nederlandse huisartsen nog relatief weinig casussen, een enkeling per week. Die terughoudendheid zit hoofdzakelijk in onze cultuur, maar ook in de medische aansprakelijkheid die consulterende specialisten dragen voor specifieke zorg. Dat maakt de inbedding van het digitale meedenkconsult in ons systeem lastiger.’

Maar de meerwaarde is divers,’ gaat Dheere verder. Niet alleen kijk ik nog vaak terug op eerdere casussen als ik soortgelijke problematieken in de praktijk tegenkom: het educatieve onderdeel van een netwerk als Prisma is blijvend. Artsen en specialisten delen ook kennis in het belang van de patiënt, of omdat ze het leuk vinden om kennis te delen. Dat is heel anders dan bij reguliere nascholing, dat toch vaak een commercieel karakter kent.’

Beroepsgeheim
Een ander probleem dat wordt ervaren is de anonimiteit van patiënten bij het delen en bespreken van casuïstiek. Hoewel informatie geanonimiseerd is en Prisma volledig voorziet in het onherkenbaar maken van beeldmateriaal, wordt dit door de Orde der Artsen toch als een inbreuk op het beroepsgeheim gezien. Patiënten moeten expliciet toestemming geven voor het delen van hun klachten op een digitaal platform,’ zegt Dheere. Daar moeten we echt een sluitend antwoord voor vinden.’

Volgens Paul Koning is dat in Nederland niet anders. Maar het delen van patiëntgegevens tussen zorgpartijen vindt altijd al plaats en de uitwisseling via Prisma valt hier gewoon onder. Als twee artsen bellen wordt de patiënt ook besproken. De patiënt is ook volledig op de hoogte dat zijn of haar casus door meerdere specialisten wordt behandeld. Je legt de patiënt immers ook uit waarom hij of zij (nog) niet naar een specialist hoeft. Via onze huisartsen en specialisten horen wij dat patiënten het juist erg op prijs stellen dat er meerdere experts meekijken. Natuurlijk wil je dit in een e‑Healthrichtlijn vastgelegd hebben, maar wij zien dit in de praktijk als een formaliteit, niet als een obstakel.’

Belgische pilot?
De vraag blijft dan hoe het digitale meedenkconsult in België toch ingezet kan worden. Je kunt wachten op een grondig en compleet wettelijk kader van de overheid voor tele-geneeskunde en tele-expertise in België,’ suggereert Anthony Dheere, Inclusief terugbetalingscriteria naar gelang gezondheidsdoelstellingen en dan grootschalig opstarten. Een andere route is om ervaring op te doen met verschillende proefprojecten die snel kunnen opgestart worden. Hieruit leren we wat de pijnpunten zijn, ook met de gezondheidsdoelstellingen in het achterhoofd.’